Visie
Een groene tuin is gezond: contact met de natuur zorgt namelijk voor meer geluk en minder stress. Daarnaast is het een kans om bij te dragen aan meer biodiversiteit. En dat is belangrijk, want daar gaat het niet zo goed mee in Nederland.
Ik ontwerp daarom natuurlijke tuinen vol biodiversiteit.
Bij een natuurlijke tuin wordt de natuur als uitgangspunt en inspiratiebron gebruikt. We bewegen ‘met de natuur mee’ en kiezen bijvoorbeeld planten die passen bij de natuurlijke omstandigheden van de tuin (bodem, vochtigheidsgraad, voedselrijkdom). Ook krijgen ecologische processen volop de ruimte. Dat maakt de tuin interessant: er valt het hele jaar iets te beleven of te ontdekken. Ten slotte zijn vorm en structuur van planten belangrijker dan de kleur van de bloemen. Internationaal staat deze aanpak bekend als The Dutch Wave, een beweging van Nederlandse tuinarchitecten.
Om de biodiversiteit maximaal te versterken pas ik twee sleutels toe: variatie en insectvriendelijke beplanting.
Met variatie bedoel ik het gebruik van verschillende ‘biotopen’: een border, een minibosje, een vochtige wadi, een heg, een vijver, een gazon. Elk gebiedje trekt zijn eigen specialisten aan, zowel qua planten als dieren, en dus meer soorten. Een tuin wordt er afwisselender en dus interessanter van.
Qua beplanting kies ik soorten die aantoonbaar waardevol zijn voor zo veel mogelijk insecten. Dit zijn bij voorkeur inheemse (wilde) planten, omdat hier de meeste insecten van afhankelijk zijn en op afkomen. Het gaat dan niet alleen om goede nectarplanten voor wilde bijen en vlinders, maar óók om waardplanten voor insectensoorten die vaak vergeten worden: nachtvlinders, kevers, zweefvliegen, wantsen, sluipwespen, etc. Het gaat hier om letterlijk tienduizenden soorten, die de basis vormen van de voedselpiramide in de tuin, maar waar tuinontwerpers vaak geen rekening mee houden!
Ik ben hierin wel genuanceerd: niet elke inheemse plant vind ik even geschikt als tuinplant. En soms kunnen reguliere (uitheemse) tuinplanten best een goede aanvulling zijn, bijvoorbeeld als ze lang bloeien of een unieke structuur toevoegen.
Hoe zorgen we ervoor dat een natuurlijke tuin weelderig is, maar niet rommelig? Ik pas vaak een combinatie van onderstaande technieken toe.
De eerste techniek is om planten in wat grotere groepen neer te zetten, met hier en daar wat herhaling voor de rust. Deze aanpak wordt in The Dutch Wave veel toegepast en heeft als voordeel dat je precies weet welke planten waar horen te staan; dat is handig bij het onderhoud. Het nadeel is dat het minder natuurlijk oogt.
Een tweede manier is om planten te mixen op basis van naturalistische ontwerpprincipes: dit zijn principes die we “afkijken” van mooie natuurfoto’s. Dus juist geen afgebakende groepen planten, maar zachte grenzen, vloeiende vormen, ritme, herhaling en successie. De tuin klopt daardoor op een natuurlijke manier. De naturalistische ontwerpprincipes zijn o.a. afkomstig van prof. Nigel Dunnett (Universiteit van Sheffield).
